Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Nieuws

Eerste resultaten VR-behandeling van adolescenten met depressie stemmen positief

Jonge Vrouw VR Lab

Is de VR-Moodboost, gericht op het versterken van positieve gevoelens in plaats van het verminderen van negatieve gevoelens, van toegevoegde waarde in de behandeling van jongeren met een depressie? Die vraag willen onderzoekers beantwoorden met een proof of concept, financieel mogelijk gemaakt door Stichting Suffugium en het Kenniscentrum. Inmiddels hebben twee jongeren de behandeling afgerond, twee anderen zijn halverwege. Wat zijn hun ervaringen en die van de behandelaars tot nu toe? GZ-psycholoog Nancy Schipper, die promoveert op dit onderzoek, vertelt.

Rondlopen op een festival. In een gondel over de stad Lissabon ‘zweven’, met op de achtergrond het stadse geroezemoes. Knuffelen met een huisdier. Of een potje frisbee in het park. Het is een greep uit de vele virtuele activiteiten waaruit deelnemers aan de VR-Moodboost kunnen kiezen. In deze nieuwe behandeling kan een adolescent met een depressie in elk van de 12 sessies één of meer virtual reality-ervaringen kiezen. Samen met de behandelaar formuleert de cliënt vervolgens één doel voor een activiteit die hij de komende week zelf kan uitvoeren. Lukt het om het positieve gevoel dat een virtuele activiteit oproept te vertalen naar het dagelijks leven? Om vaker stil te staan bij positieve momenten? Het voorlopige antwoord daarop is ‘ja’, zegt Nancy Schipper, bij GGZ Delfland samen met klinisch psycholoog Anika Bexkens en psychiater Martine van Bennekom verantwoordelijk voor dit proof of concept onderzoek. De eerste deelnemer was een adolescent die al langer bij GGZ Delfland in zorg was’. Nancy: ‘Zij was op voorhand  sceptisch. Aan het eind van de behandeling bleek ze echter niet alleen meer gericht op positieve gevoelens, ook haar somberheidsklachten waren flink afgenomen. Het ging zo goed met haar dat verdere behandeling bij ons niet meer nodig was.’

Inspiratie voor het echte leven

Ook de ervaringen van de andere deelnemers zijn zeer positief, zegt Nancy. ‘We merken dat de technologie goed aansluit bij de leefwereld van deze jongeren. Je hoeft nauwelijks iets uit  te leggen. Zodra je de VR-bril en de joystick in handen geeft, weten deze jongeren wat ze moeten doen.’  De virtuele activiteiten blijken de jongeren vaak heel concreet te inspireren. ‘Eén cliënt ging na een virtuele fotografie-activiteit vaker fotograferen tijdens een wandeling door het park. Een ander merkte na een virtuele reis dat het fantaseren over een toekomstige vakantie en het uitzoeken wat zij allemaal kon gaan doen óók een prettig gevoel gaf.’

Tijdens de virtuele activiteit vraagt de behandelaar wat de cliënt voelt. Die omschrijving wordt ingetypt en verschijnt dan in een venstertje in de virtuele omgeving: het koppelt die emotie direct aan de ervaring. Nancy: ‘Mooi om te zien is dat de te labelen emoties steeds genuanceerder werden. Het ging bijvoorbeeld van ‘wel blij’, naar ‘nostalgisch’ of ‘nieuwsgierig’.’

Cliënten vinden het wat lastiger om aan te geven waar in het lichaam die emoties worden gevoeld. ‘Dat is iets waarmee de behandelaar de cliënt kan helpen in de verdere behandeling.’

Droomleefregel-methode

Want dat is belangrijk om te benadrukken: de VR-Moodboost is onderdeel van een behandeling waarvan ook ándere interventies deel uitmaken.  Zo komen in de tweede en derde sessie zogenaamde beperkende leefregels aan de orde. Zoals ‘ik moet alles perfect doen’, of ‘iedereen moet mij aardig vinden.’ Nancy: ‘Vervolgens dagen we die leefregel uit: niet met het standaard gedachteschema van de cognitieve gedragstherapie, maar met de droomleefregel-methode van hoogleraar klinische psychologie Claudi Bockting, die ook betrokken is bij dit onderzoek. Daarin probeer je een beperkende leefregel uit te dagen door hem te vervangen door een leefregel die echt fantastisch zou voelen, om zo het positief netwerk te stimuleren. Bijvoorbeeld door tegen jezelf te zeggen: ‘Ik ben een powervrouw. ‘ Vervolgens probeer je je voor te stellen, te imagineren, hoe dat eruit zou zien.’ In de daaropvolgende VR-sessie vraagt de behandelaar de cliënt dat positieve gevoel weer terug te halen. ‘Zo kijken we of virtual reality dat positieve affect nog wat sterker kan verankeren’. We hebben nu ontdekt dat dit gemakkelijker gaat bij iets actiefs, bijvoorbeeld sporten, dan bij een ontspannen virtuele activiteit zoals een etentje.’

Stralen na het winnen van een virtuele trofee

Kan Nancy nog meer ontdekkingen delen? ‘We weten al dat het jongere brein extra sensitief is voor beloning. Als deelnemers hun huiswerkopdracht hebben afgemaakt, krijgen ze in de VR- omgeving een trofee uitgereikt. ‘Ik  was benieuwd wat dit zou doen met de cliënten. Als ze die in ontvangst nemen zie je ze, met die VR-bril op, helemaal stralen.  We zien ook dat deelnemers die  van tevoren zeggen niks met spelletjes te hebben, heel fanatiek worden en er toch plezier aan beleven.’ Overigens: niet elke ervaring hoeft leuk te zijn. Nancy: ‘Veel cliënten zijn sociaal onzeker of angstig. Sociale activiteiten kunnen voor hen heel spannend zijn, zelfs in een virtual reality-omgeving.  Gevoelens van spanning en plezier kunnen en mogen naast elkaar bestaan. De VR-Moodboost richt zich wel vooral op het versterken van positieve gevoelens in plaats van op het oefenen met lastige situaties.’

Hoop op hogere herstelcijfers

Nancy en haar collega’s hopen natuurlijk dat de behandeling met de VR-Moodboost uiteindelijk tot hogere herstelcijfers en minder terugval leidt. Daarvoor moeten we nog wel even geduld hebben. De jongeren houden vanaf het begin een dagboek bij met enkele vragen over positieve en negatieve gevoelens, de mate waarin zij actief zijn geweest op een dag en hun gevoel van zelfeffectiviteit. ‘Ik check nu elke dag of ze het invullen. De inhoudelijke data gaan we pas bestuderen als alle tien deelnemende cliënten hun behandeling hebben afgerond.’ Op basis daarvan kan het werkprotocol worden aangepast. Ook het theoretisch raamwerk moet helemaal staan. Nancy:  ‘Uit de literatuur weten we dat vaak eerst de positieve emotieregulatie verandert, en daarna pas de negatieve gevoelens. Ik ben heel benieuwd of dat met deze therapie ook het geval is. Ik wil ook graag weten of we toch meer aandacht moeten besteden aan het uitdagen van negatieve gedachten in het VR-Moodboost protocol.’

Nancy en haar collega’s krijgen regelmatig de vraag of het werkprotocol al gedeeld kan worden en of ze al trainingen verzorgen om met de VR-Moodboost aan de slag te gaan. Dat is nog niet het geval, ’Maar die interesse is erg leuk. Op basis van de resultaten tot nu toe denk ik dat de therapie ook goed zou kunnen werken voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Het is een behandeling die voor veel mensen echt potentie heeft.’

Het VR-Moodboost-protocol van GGZ Delfland is tot stand gekomen in samenwerking met Claudi Bockting (Amsterdam UMC), Wim Veling (UMCG),VR-software ontwikkelaar CleVR en ervaren behandelaren, ervaringsdeskundigen en cliënten met depressie.

GGZ Delfland VR-Moodboost

Bekijk een eerder artikel van GGZ Delfland voor meer informatie over VR-Moodboost. Anika Bexkens, onderzoeker en docent aan de Universiteit van Leiden (Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie) en psycholoog bij GGZ Delfland geeft uitleg over dit VR-onderzoek.