Integrale jeugdzorg vraagt leiders met lef23 september 2021 Kinderen en gezinnen met complexe problemen hebben baat bij integrale hulp: samenwerking door verschillende professionals rondom één gezin. Landelijk ontstaan steeds meer integrale initiatieven waarbij organisaties uit verschillende domeinen samenwerken. Wat vraagt dat van de leiders in die organisaties? Wat hebben teams van hen nodig om integrale zorg voor jeugd te doen slagen? Een belangrijk thema, waar nog maar weinig onderzoek naar is gedaan. Esther van der Meulen bracht daar verandering in, en deelde haar bevindingen met het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Visie op integrale jeugdzorg Hoewel de term ‘integraal werken’ vaak wordt gebruikt, ontbreekt een eenduidige definitie ervan. Esther heeft een heldere visie hierop: ‘Voor mij is integrale jeugdzorg dat kinderen en gezinnen op één plek de hulp krijgen die ze nodig hebben, in plaats van dat ze naar drie verschillende loketten moeten. Je doet pas recht aan het kind en het gezin als je naast de kind kenmerken ook andere zaken in beeld brengt: het opgroeien, de opvoeding, kenmerken van de ouders én de omgang met elkaar. Voor gezinnen met complexe problemen op meerdere leefgebieden is integrale zorg noodzakelijk. Bovendien is het goedkoper dan wanneer hulpverleners uit verschillende organisaties jarenlang naast elkaar werken. Soms weten ze niet eens van elkaars betrokkenheid! Bij integrale zorg is het vanaf het begin vanzelfsprekend dat alle professionals samenwerken en dat we het hele gezin zien.’ Een nieuw soort leiderschap Om integrale jeugdzorg goed te ontwikkelen en in praktijk te brengen is ander leiderschap nodig dan traditioneel hiërarchisch leiderschap. Om zicht te krijgen op welke elementen van dat leiderschap van belang zijn, deed Esther kwalitatief onderzoek. Via een literatuurstudie en interviews met professionals en leidinggevenden uit acht verschillende integrale teams kwam ze tot de volgende resultaten: Belangrijke gedragselementen voor een leider zijn flexibiliteit, veerkracht en moed. Belangrijke vaardigheden voor een leider zijn samenwerken, richting geven, verbinden, communicatie en een mensgerichte benadering. Het belang van het ‘kennen en begrijpen’ van de verschillende organisaties, plus de vaardigheid om een gezamenlijke visie en taal te ontwikkelen, is essentieel. Mandaat en hiërarchie zijn niet of nauwelijks relevant: professionals hebben een hoog opleidingsniveau en werken zelfstandig volgens de beroepscode. Leiders zijn vaak meewerkende voorvrouwen of -mannen en dus onderdeel van het team. Voor een leider is algemene werkervaring in de jeugdsector van belang. Tegen de stroom in Esther: ‘Het is dus echt specifiek leiderschap. Je moet als leider van goede huize komen, willen innoveren, tegen de stroom in willen en kunnen zwemmen, bestuurlijk lef tonen en eigenwijs zijn. Je moet op verschillende niveaus opereren; bij de gemeente een goed verhaal vertellen, je medewerkers motiveren, en verbonden zijn met twee of meer organisaties. Je moet snappen uit welke cultuur mensen komen en je afvragen hoe ze die identiteit deels kunnen behouden, maar niet te veel. Je wil immers een integrale werkwijze ontwikkelen. Het samensmelten van culturen lijkt soms vanzelf te gaan, maar dat is niet zo. Medewerkers moeten uit een bepaald hout gesneden zijn om dat proces als een uitdaging te kunnen en willen zien. Ze moeten ervan overtuigd zijn dat wat je aan het doen bent de kinderen en gezinnen ook echt verder helpt.’ Delen en verbinden ‘Voor de ontwikkeling van integrale zorg moet je vooruit kunnen,’ vervolgt Esther. ‘Je moet niet de hele tijd terug moeten naar drie directeuren, bestuurders of een stuurgroep. Je moet verder! Dat leiderschap moet evolueren. Wat daarbij helpt is de verbinding zoeken en ervaringen delen.’ En dat is precies waar het volgens Esther stokt. Ze vraagt zich af waarom we in Nederland niet van elkaar weten wie bezig is met de ontwikkeling en implementatie van integrale jeugdzorg. ‘Er zijn vast verschillende pioniers, maar we kennen elkaar niet.’ Ze pleit daarom voor een ‘landkaart’ van Nederland met daarop alle integrale initiatieven. ‘Zodat je een ander eens kan bellen of op werkbezoek kan gaan, iets wat veel te weinig gebeurt.’ Goed leiderschap versterken Een andere aanbeveling die ze doet is het opstellen van een specifiek profiel voor de leider van een integraal team. En het bieden van training en coaching wanneer je diegene gevonden hebt. ‘Stel, je hebt mensen neergezet en die doen het goed; faciliteer ze! Je moet ze steviger maken en de overtuiging voeden dat wat ze doen goed is. Bij alle tegenslag moet je denken ‘We zijn het goede aan het doen, want we hebben weer tegenslag’. Omdat leiders vaak stevige persoonlijkheden zijn en de indruk wekken dat ze het allemaal wel trekken, gaat het bij hen minder snel over training of coaching.’ Esther van der Meulen is GZ-psycholoog en inhoudelijk directeur bij ‘GO! voor jeugd’; een netwerkorganisatie die toegang en uitvoering van jeugdhulp biedt in de gemeenten Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem. Recent verdedigde zij haar thesis in het kader van de Executive Master of Health Administration aan de TIAS School for Business and Society. Voor haar onderzoek richtte zij zich op leiderschap bij integrale zorg voor jeugd. Ben je benieuwd naar meer achtergrondinformatie over dit onderzoek, of welke aanbevelingen er nog meer uit voort zijn gekomen, neem dan contact op met Esther van der Meulen. Ook interessant Meer nieuwsberichten van het Kenniscentrum Luister naar kinderen en jongeren in coronatijd Tags2021 Interview