Auteurs: N. Rommelse, P. de Zeeuw & M. Luman In de kinderjaren staan de impulsiviteit en hyperactiviteit vaak wat meer op de voorgrond, bij jongeren en volwassenen de problemen met aandacht, planning en het organiseren van het dagelijks leven (Faraone et al., 2015). Van de kinderen met ADHD voldoet 70% op de volwassen leeftijd nog in meer of mindere maten aan de kenmerken van het beeld (Faraone et al.,, 2015), alhoewel nog maar 15% voldoet aan alle criteria voor een diagnose ADHD. Een iets kleiner deel, zo’n 65% van de volwassenen die als kind gediagnosticeerd zijn met ADHD ondervindt nog steeds grote hinder van de problematiek. In een grootschalig Nederlands onderzoek bleek dat er vaker (>85%) sprake is van blijvende ADHD symptomen tot aan jong volwassenheid, mogelijk doordat er in Nederland meer behoudendheid is ten aanzien van het stellen van de diagnose dan in Amerikaans onderzoek. Echter, ook in Nederlands onderzoek bleek dat de hinder die jongeren ondervonden van hun symptomen afnam met de leeftijd (Van Lieshout et al., 2016). In de volwassenheid spelen comorbide lichamelijke problemen een toenemend grote rol. Volwassenen met ADHD hebben vaker obesitas, slaapproblemen, en andere aanverwante lichamelijke aandoeningen (Instanes et al., 2018). De ernst van ADHD kan wisselen gedurende de levensloop. Er kunnen soms periodes zijn waarin iemand geen of nauwelijks last van de gedragingen heeft en weinig wordt beperkt in het dagelijks leven. Hierbij spelen zeer gunstige gezins- en schoolomstandigheden een belangrijke rol. Echter, een toegenomen belasting en/of gezondheidsproblemen kunnen bijvoorbeeld zorgen voor een toename van de gedragingen en daarmee lijdensdruk. Het vinden van een passende baan en/of partner kan er mogelijk juist toe bijdragen dat de symptomen op de achtergrond raken. Bij kinderen met een LVB verschilt het beloop van de ADHD enigszins van dat bij kinderen zonder een LVB. Kinderen met LVB en ADHD vertonen meer gedragsproblemen in die zin dat zij niet goed luisteren, meer ruzie maken en angstig en somber zijn; De gedrags- en psychische problemen duren voort tot in de adolescentie, ondanks het gebruik van specifieke medicatie; Er is vaker sprake van comorbide stoornissen als angst, oppositioneel opstandig gedrag en depressie. TagsPraktijkstandaard