Naast gedragstherapieën specifiek gericht op de ontwikkelingsproblemen bij autisme, zijn er ook gedragstherapeutische interventies die inspelen op bijkomende problemen zoals boosheid en agressie. Het kind leren omgaan met zijn of haar boosheid kan de stress in een gezin verminderen. Een voorbeeld van een agressietraining is Baas over Boos; BOB-training (Van der Gaag, 2009; Gevers en Clifford, 2009). Dit is een individuele emotieregulatietherapie met als doel het kind grip te leren krijgen op zijn of haar emoties. De therapie is voorheen ontwikkeld voor kinderen met MCDD. In een samenwerkingsverband met de Vrije Universiteit en de Bascule wordt onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de methode. Daarnaast wordt mindfulness soms als therapievorm toegepast om mensen met ASS te helpen meer rust te krijgen in hun hoofd (Spek, 2010). Onderzoek toont aan dat een op mindfulness gebaseerde behandeling depressieve klachten en angstklachten kan verminderen bij volwassenen met ASS (Spek, et al., 2013). Er is echter nog onvoldoende onderzocht of mindfulness ook effectief is bij jongeren met ASS. Drie kleine uitgevoerde onderzoeken bij adolescenten geven verbeteringen aan na een op mindfulness gebaseerde therapie in bijvoorbeeld sociale interactie, concentratie en agressievermindering, maar de onderzoeken zijn beperkt door de grootte en het ontbreken van een controlegroep (Spek, et al., 2013; Singh, et al., 2011a; Singh, et al., 2011b; Bögels, et al., 2008). TagsBehandeling