Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Psychologisch onderzoek

Gesprek en klinische observatie

Het psychologisch onderzoek door middel van gesprek en/of spel klinische observatie wordt uitgevoerd door een GZ-psycholoog, orthopedagoog generalist, klinisch psycholoog of psychotherapeut. Het doel van dit onderzoek is om traumaverleden en symptoom presentatie te inventariseren. De behandelaar vraagt uit van welke traumatische gebeurtenissen de jeugdige het meest last heeft, schat in of er verband is tussen de klachten en de gebeurtenissen en vraagt het verloop van het verwerkingsproces na. (normaal/gestagneerd, hypothesen omtrent redenen van stagnatie te formuleren). Er wordt ingeschat of het al mogelijk is tot traumabehandeling over te gaan of dat eerst een stabilisatiefase nodig is.

Ontwikkelingsanamnese

In dit gesprek met de ouders zonder de jeugdige worden aanvullende vragen over het traumaverleden van de jeugdige besproken evenals aanvullende gegevens over de symptoompresentatie, het relevante contextuele verleden en de ontwikkelingsanamnese (zie Psycho-educatie). Doordat de jeugdige niet aanwezig is kunnen ouders vrijuit praten. Ook kan aan ouders toelichting worden gevraagd op de informatie uit de vragenlijsten of dossierinformatie en eventuele eerdere behandelingen. Indien er sprake is van een onveilige relatie tussen beide ouders, is er gelegenheid de ouders apart te spreken.

Systeemonderzoek en heteroanamnese

Het is noodzakelijk om voldoende zicht te hebben op het functioneren van het systeem. Dat kan middels een systeemonderzoek (optioneel) in kaart worden gebracht. Dit systeemonderzoek wordt uitgevoerd door een systeemtherapeut, een gespecialiseerde systeemgerichte sociaal psychiatrisch verpleegkundige of maatschappelijk werkende. Als er in de fase van het creëren van veiligheid uitgebreide contacten hebben plaatsgevonden met het gezin, dan hoeft er in de diagnostiekfase geen apart contact te worden ingepland. Wel kan een heteroanamnese van ouders worden gebruikt om hun eigen geschiedenis, traumatisering en mogelijkheden tot hechting in kaart te brengen.

Medisch onderzoek

Medisch onderzoek (optioneel) wordt verricht door een kinderarts verbonden aan de Top Referent Trauma Centrum (TRTC) of werkzaam in een ziekenhuis dat samenwerkt met het TRTC. Het doel van het medisch onderzoek is om na te gaan of er direct lichamelijke beschadigingen zijn zoals oude en verse letsels inclusief letsels van het urogenitale gebied of tekenen van verwaarlozing zoals slechte hygiëne, slechte lengte en/of gewichtstoename, cariës en verwaarloosde infecties. Bij lichamelijk onderzoek kan ook gekeken worden hoe de jeugdige reageert op uitkleden en lichamelijk contact. Aanvullend onderzoek wordt gedaan als daar aanleiding toe is zoals röntgenonderzoek of laboratorium onderzoek op bijvoorbeeld SOA’s. De kinderarts is geen forensisch arts. Mocht forensisch onderzoek nodig zijn dan kan samen gewerkt worden met een forensisch arts.

Psychiatrisch consult

In veel gevallen zal er psychiatrisch onderzoek moeten plaatsvinden. In ieder geval zal de kinder- en jeugdpsychiater geconsulteerd moeten worden. Het psychiatrisch onderzoek wordt uitgevoerd door een psychiater verbonden aan het TRTC die ervaring heeft met chronische traumatisering bij jeugdigen en het herkennen van de psychiatrische problematiek ten gevolge hiervan (Royal College of Paediatrics and Child Health, 2008). Het psychiatrisch onderzoek dan wel de consultatie van de psychiater kan om verschillende redenen nodig zijn. Via een adequate psychiatrische diagnostiek kan worden nagegaan welke diagnostiek op de jeugdige van toepassing is, of er een indicatie is om tot medicamenteuze behandeling over te gaan. Tevens wordt een inschatting van eventuele suïcidaliteit gemaakt. Tot slot, maar minstens even belangrijk, zal de kinder- en jeugdpsychiater na moeten gaan of er sprake is van psychopathologie bij de ouders, die een adequate uitvoering van de opvoedingstaken belemmert.

Instrumenten

Als er voldoende veiligheid is kan er gestart worden met het diagnostiektraject. Er wordt gebruikt gemaakt van instrumenten als aanvulling en voorbereiding op gesprekken en klinische observaties.
Deze instrumenten richten zich op het in kaart brengen van het traumaverleden, de symptoompresentatie en het gezinsfunctioneren. De keuze voor de combinatie van instrumenten is gebaseerd op de klinische praktijk, reviews en wetenschappelijke publicaties en geldt op dit moment als best practice. De instrumenten zijn in de meeste gevallen wetenschappelijk gevalideerd. Er is grote behoefte aan valide, betrouwbare en genormeerde onderzoeksinstrumenten.

Bij het diagnosticeren is het noodzakelijk meerdere informanten, dus zowel de jeugdige als de ouders, te vragen naar klachten en symptomen (AACAP, 2010; NICE guideline, 2005). Daarom worden indien mogelijk door beiden meerdere vragenlijsten ingevuld welke per leeftijdsgroep verschillen. Sommige kunnen tevens als instrument ter beoordeling van de voortgang van de behandeling dienen. De onderstaande afbeelding bevat een overzicht van aanbevolen instrumenten bij het vermoeden van chronische traumatisering bij kinderen en jongeren. Alhoewel de informatie van leerkrachten belangrijk is, is er vanwege de logistieke haalbaarheid voor gekozen het afnemen van de vragenlijsten te beperken tot kinderen en ouders.

Overzicht van aanbevolen vragenlijsten bij het vermoeden van chronische traumatisering bij kinderen en jongeren

Standaard af te nemen
Naam instrument Gericht op
Inventarisatielijst traumatische gebeurtenis(sen) Meegemaakte traumatische gebeurtenis(sen)
Child Abuse Risk Evaluation – Nederland (CARE-NL) Risico op kindermishandeling als leidraad voor professionele besluitvorming
Clinician-Administered PTSD Scale for Children and Adolescents (CAPS-CA) PTSS
Strengths and Difficulties Questionniare (SDQ) Gedragsmatige en emotionele problemen
Schokverwerkingslijst voor kinderen (SVLK) Posttraumatische stresssymptomen
Trauma Symptom Checklist for Young Children (TSCYC)
Trauma Symptom Checklist for Children (TSCC)
Brede posttraumatische stresssymptomen
Child Dissociative Checklist (CDC) Dissociatieve symptomen
Adolescent Dissociative Experiences Scale (A-DES) Dissociatieve symptomen
Children’s Depression Inventory (CDI) Depressieve symptomen
Child Anxiety Related Emotional Disorders (SCARED-NL) Angstsymptomen
Parents and Children’s Somatization Inventory ((P)CSI) Lichamelijke klachten
Kidscreen 27 Kwaliteit van leven

 

Op indicatie af te nemen
Naam instrument Indicatie Gericht op
Vragenlijst seksueel gedrag (CSBI) Bij seksueel misbruik en seksuele gedragsproblemen en huiselijk geweld Seksueel gedrag

Diagnose

De uitkomsten van de diagnostiek leiden tot een diagnostische conclusie en een voorstel tot behandeling dat wordt besproken in het multidisciplinaire behandelteam. Na de bespreking in het behandelteam volgt een adviesgesprek met de kinderen en zijn ouders waarin de uitkomsten van de diagnostiek als ook het advies voor behandeling wordt besproken en de behandelovereenkomst wordt vastgesteld.