Het psychologisch onderzoek (intelligentie-, neuropsychologisch, didactisch en persoonlijkheidsonderzoek) is een onmisbaar ingrediënt van de diagnostiek. Het bestaande psychodiagnostische instrumentarium kan echter niet zonder meer bij doven worden toegepast, omdat de meeste tests uitsluitend zijn gestandaardiseerd en genormeerd voor een horende populatie. Knelpunten bij de afname van psychologische tests bij dove mensen betreffen het overbrengen en het begrijpen van de testinstructies. Veel beschikbare tests stellen hoge eisen aan de taalbeheersing, de leesvaardigheid en de begrippenkennis van dove kinderen en jeugdigen en houden onvoldoende rekening met hun taalkundige en culturele achtergrond. Dove mensen begrijpen teksten daardoor vaak anders dan is bedoeld. Dit geldt met name voor figuurlijk en abstract taalgebruik. Om problemen met gesproken en geschreven taal zo veel mogelijk te ondervangen, wordt de intelligentie bij dove kinderen bij voorkeur gemeten met nonverbale intelligentietests, zoals versies van de Snijders-Oomen Niet–Verbale Intelligentietest (SON; Snijders & Snijders-Oomen, 1975) en het performale gedeelte van de Wechsler Intelligence Scale for Children (WISC; Wechsler, 1974), die respectievelijk in Nederland en Amerika voor dove kinderen zijn genormeerd. In een verslag van een pilotonderzoek naar de bruikbaarheid van bestaande persoonlijkheidstests bij dove kinderen doet Spronk (1994) aanbevelingen voor aanpassingen van bestaand persoonlijkheidsonderzoek aan het gebruik bij dove kinderen. Voorbeelden hiervan zijn: Afname van tests in gebaren waar nodig Weglating van items die onvoldoende aansluiten bij de belevingswereld van doven of verwarrend zijn Invoering van thema’s rond de beleving van de doofheid en het contact met de horende wereld. Uit ervaring is gebleken dat afname van het onderzoek bij doven meer dan twee maal zo veel tijd vergt als bij horende kinderen, omdat dove kinderen meer informatie over de testprocedure en de betekenis van sommige items nodig hebben (Spronk, 1994). Lichamelijk onderzoek Omdat bij meer dan 50% van de naar de geestelijke gezondheidszorg verwezen kinderen sprake is van één of meer lichamelijke aandoeningen wordt algemeen lichamelijk en oriënterend neurologisch onderzoek als een van de basale pijlers van het psychiatrisch onderzoek van dove en ernstig slechthorende kinderen beschouwd.