In de klinische praktijk komt de dwangstoornis minder vaak voor dan verschillende andere stoornissen zoals ADHD en angststoornissen (Polanczyk e.a., 2015). Dit kan betekenen dat de dwangstoornis vrij zeldzaam is, maar het zou er ook op kunnen wijzen dat het probleem niet altijd wordt herkend of dat ouders en jongeren geen of pas later hulp vragen (Marques e.a., 2010). In epidemiologisch onderzoek naar het voorkomen van de dwangstoornis zijn prevalenties gevonden tussen de 1% tot 2% (Geller e.a., 2012) Cultuursensitiviteit In Nederland zijn er, voor zover bekend, geen onderzoeksgegevens over de prevalentie van OCS bij kinderen en jongeren van allochtone afkomst. Wereldwijd wordt er geen verschil in prevalentie gevonden tussen volwassenen en kinderen en jongeren van verschillende afkomst (Fontanelle, Mendlowics, Versiani, 2006; Himle e.a., 2008). Er zijn echter wel grote verschillen in gebruik van hulpverlening. Uit een Amerikaanse literatuurstudie bij 40 effectiviteitstudies bij volwassenen en kinderen met OCS, was bij 22 van deze studies informatie bekend over de afkomst van de cliënten (etniciteit). Van cliënten was slechts 8,5% niet van Kaukasische afkomst (niet blank). Dit is in de verste verte geen afspiegeling van de Amerikaanse bevolking (Williams e.a., 2010; Williams, e.a., 2012), wat erop lijkt te wijzen dat in de VS mensen van niet-Kaukasische afkomst minder vaak hulp zoeken of krijgen. Er is geen verschil gevonden in effectiviteit van hulpverlening (Fernandez de la Cruz, e.a., 2014).