Sommige ouders en kinderen vragen zelf hulp voor de dwangproblemen. Niet altijd is de aanmelding echter zo duidelijk. Veel kinderen en jongeren schamen zich erg voor hun dwang en als gevolg daarvan vinden zij het moeilijk om hierover te praten. Ook worden dwangklachten niet altijd als zodanig herkend omdat zij zich voor de buitenwereld manifesteren als bijvoorbeeld gedragsproblemen, eetproblemen of tics. Het is daarom belangrijk om alert te zijn op mogelijke dwangklachten, ook als zij niet direct als zodanig worden gerapporteerd door kinderen en/of ouders. Online scholing DSM-5 Accare: Dwang Naast het stellen van de diagnose en het inventariseren van de ernst van de stoornis, is het voor het bieden van een passende behandeling belangrijk om in elk geval de volgende zaken nader te onderzoeken: 1. Vermijdingsgedrag in het kader van de OCS 2. Situaties waarin de dwangstoornis optreedt 3. Betrokkenheid van andere gezinsleden (bijvoorbeeld vragen beantwoorden, helpen bij rituelen) 4. Mate van ziektebesef (ego-syntoon versus ego-dystoon) 5. Bekendheid met dwangstoornis in de familie; bekende copingmechanismen 6. Lijdensdruk en mate van motivatie voor behandeling 7. Gevolgen voor het functioneren in het gezin 8. Gevolgen voor het functioneren op school en onder leeftijdgenoten in de vrije tijd Bij het diagnostisch onderzoek van kinderen en adolescenten met een dwangstoornis moet verder rekening worden gehouden met differentiële diagnosen en comorbiditeit (vooral tics en ASS, daarnaast eetstoornissen, psychose en in het bijzonder angststoornissen en depressie). Voor de gestandaardiseerde meting daarvan verwijzen wij naar de desbetreffende praktijkstandaarden. TagsDiagnose