De aanbevolen instrumenten in deze praktijkstandaard zijn: ADIS-C/P (kindinterview) ADIS-C/P (ouderinterview) CY_BOCS ADIS-C/P Zoals hierboven al is beschreven kan de ADIS-C/P (of K-SADS) gebruikt worden om vast te stellen of er sprake is van een dwangstoornis. Een diagnose kan echter niet gesteld worden enkel op basis van de ADIS-C/P; de diagnosticus dient ook informatie te verzamelen in het klinische interview met het kind en de ouders zoals beschreven onder het kopje procedure. Het hoofdstuk OCS in de ADIS-C/P begint met enkele screeningsvragen. Indien daar bevestigend op wordt geantwoord, kan aan de hand van de overige vragen worden vastgesteld of er sprake is van een dwangstoornis, waarbij ook de mate van interferentie in het dagelijks functioneren wordt meegenomen. Indien er verschil van mening bestaat tussen kind en ouders, wordt de ‘of-of’ regel gehanteerd, dat wil zeggen dat zowel rapportage door de ouder, met ontkenning door het kind, als omgekeerd, leidt tot de classificatie OCS, tenzij er goede redenen zijn om aan te nemen dat degene die de OCS rapporteert dit op oneigenlijke gronden doet. Meer lezen over ADIS-C/P CY-BOCS De CY-BOCS bestaat uit twee delen: 1. Een checklist waarmee de inhoud van de dwanggedachten en de aard van de dwanghandelingen vastgesteld en geïnventariseerd wordt. Deze lijst wordt aan het begin van de behandeling mondeling afgenomen door de therapeut of de diagnosticus. 2. Een semigestructureerd interview om de ernst van de dwangstoornis vast te stellen (het ernst-interview). Bij het ernst-interview beoordeelt de therapeut de ernst van de dwanghandelingen en de dwanggedachten afzonderlijk. Hierbij worden de volgende punten op een vijfpuntsschaal gescoord: de tijd die de dwangklachten in beslag nemen; de verstoring van het dagelijks leven; de mate van angst en lijden; de mate van verzet; de mate van controle. De range van de CY-BOCS (ernst-interview) loopt van 0 tot 40. Een score van 16 wordt meestal als klinische cut-off score gehanteerd. Uit onderzoek blijkt dat de CY-BOCS betrouwbaar en valide is (Scahill e.a., 1997; Storch e.a., 2004; Storch e.a., 2006). Het ernst-interview wordt zowel aan het begin van de behandeling afgenomen, als tijdens de behandeling en aan het eind van de behandeling. Dit laatste om het beloop en het effect van de behandeling vast te kunnen stellen. De CY-BOCS is in het Nederlands verkrijgbaar, maar is nog niet voor Nederland gevalideerd. Meer lezen over CY-BOCS. TagsDiagnose Praktijkstandaard