“De hoeksteen van een diagnose blijft direct contact met de patiënt. Het diagnostische gesprek vereist goede kennis van eetstoornissen maar vooral een goede hulpverleningsrelatie, die wordt gekenmerkt door echtheid, acceptatie, warmte en oprechtheid. Het opbouwen van een vertrouwensrelatie is essentieel maar kan bij deze patiënten soms erg moeizaam zijn (…). Het is van belang de tijd te nemen voor het gesprek, open vragen te stellen, te reflecteren en door te vragen. Dit is een voorwaarde voor het verkrijgen van volledige informatie bij patiënten met een eetstoornis. Zo kunnen anorexiapatiënten hun rapportage vervormen om zichzelf te beschermen, terwijl patiënten met boulimia of een eetbuistoornis vanwege schaamte informatie achter kunnen houden (Vitousek e.a., 1991).” (Uit: Handboek Eetstoornissen, Vandereycken & Noordenbos, 2008, p. 88) Vroegtijdige erkenning van eetstoornissen is een speerpunt in de behandeling van eetstoornissen omdat vroegtijdige erkenning en behandeling van een eetstoornis bijdragen aan een grotere kans op herstel. Bij kinderen en adolescenten met anorexia nervosa is er vaak wel behoefte aan hulp maar geen bereidheid om het eetpatroon te normaliseren terwijl er bij kinderen en adolescenten met boulimia nervosa of een eetbuistoornis eerder sprake is van dusdanige schaamte waardoor de eetstoornis niet ter sprake komt. Om vroegtijdige onderkenning zo haalbaar mogelijk te maken is de signalenkaart eetstoornissen ontwikkeld en beschikbaar voor iedere huisarts en andere belangstellenden. Naast een algemeen interview en een ontwikkelingsanamnese, vaak samen met ouders/verzorgers, wordt samen met de jongere de eetstoornis in kaart gebracht. Online scholing DSM-5 Accare: Voedings- en eetstoornissen Bij het onderzoek van kinderen en adolescenten met een mogelijke eetstoornis is het belangrijk om rekening te houden met comorbiditeit. Voor de gestandaardiseerde meting van comorbide stoornissen verwijzen wij naar de desbetreffende thema’s. Angst Depressie Dwang Autisme TagsDiagnose Praktijkstandaard