Vroege interventies bij psychose Er wordt in de kinder- en jeugdpsychiatrie steeds meer gewerkt met multidisciplinaire zorgteams. Een voorbeeld hiervan is de “Flexible Assertive Community Treatment”, oftewel FACT. FACT is een wetenschappelijk onderbouwde vorm van bemoeizorg, ook wel ‘de ambulante kliniek’ genoemd. FACT is er speciaal voor patiënten die vooral gebaat lijken te zijn bij praktische ondersteuning. Centraal hierin staat de teambenadering: intensieve samenwerking van verschillende disciplines rondom één persoon. (EBRO Module Vroege Psychose, 2017; PsychoseNet, 2021). Er zijn multidisciplinaire teams gericht op vroege interventie bij psychose en gericht op adolescenten en jongvolwassenen, de zogenaamde ‘vroege interventie psychose’ teams (VIP). Binnen het VIP-team zijn verschillende professionals actief die zich inzetten om intensieve zorg te bieden bij een vroege psychose. Zij zijn gespecialiseerd in het opsporen van een (eerste) psychose en deze zo snel mogelijk te behandelen. Tevens werken zij onder andere d.m.v. terugvalpreventie, medicatie, trajectbegeleiding en het eerdergenoemde signaleringsplan (Kienhorst et al., 2014). Deze benadering is in diverse studies effectiever gebleken dan care-as-usual. Tijdige verwijzing naar een gespecialiseerd centrum is belangrijk. Echter, veel jongeren met een eerste psychose of psychotische ervaringen zijn 16 jaar en ouder en vallen daarmee vaak tussen kinder- en jeugdpsychiatrie en volwassenenpsychiatrie in. Om die reden is een goede samenwerking tussen beide belangrijk. Ultra-high risk groep Bij de ‘ultra high risk group’ is er nog geen sprake van een psychose. De interventies bij deze groep zijn dan ook preventief van aard. De EBRO Module Vroege Psychose (2017) doet de volgende aanbevelingen ten aanzien van begeleiding en behandeling van mensen met een UHR: 1) Vroege interventie bij mensen met een UHR moet zich richten op het voorkomen van psychose en het behoud van sociaal functioneren, ook op school en op het werk 2) CGTuhr wordt aanbevolen als interventie voor de UHR, en is gericht op het normaliseren van de psychoseachtige ervaringen door middel van gerichte psycho-educatie 3) Antipsychotische medicatie wordt afgeraden; zowel bij 1) milde (subklinische) psychotische symptomen die onvoldoende zijn om te spreken van een psychotische stoornis; als bij (2) om een transitie naar een eerste psychotische episode te voorkómen. 4) Het behandelen met vetzuren kan gezien het geringe bewijs niet worden aanbevolen of afgeraden. 5) Andere psychische kwetsbaarheden dienen uitgebreid in kaart gebracht te worden, in het bijzonder angststoornissen en depressie, bipolaire stoornis, posttraumatische stressstoornis en verslaving. Deze stoornissen moeten eveneens behandeld worden. TagsBehandeling Praktijkstandaard