Het onderdeel diagnostiek betreft een samenvatting van het diagnostiekprotocol van Beer e.a., 2007. Inmiddels is er een nieuw diagnostiekprotocol verschenen van R. Beer, E. Verlinden en R. Lindauer (2020). Herziening van onderstaande tekst op basis van nieuwe informatie staat op de planning. Bekend is dat de meeste kinderen – naar schatting ongeveer 80% – geen volledige posttraumatische stressstoornis (PTSS) ontwikkelen na het meemaken van schokkende gebeurtenissen. Ook bekend is dat meerdere factoren van invloed zijn op het al dan niet ontwikkelen hiervan (zie Beer en De Roos, in voorbereiding). Een aantal kinderen ontwikkelt wel traumagerelateerde klachten of stoornissen, maar welk type stoornis bij hoeveel kinderen voorkomt, en hoeveel kinderen helemaal geen klachten krijgen, is onbekend (Perrin e.a., 2000; Yule e.a., 2005; Stallard, 2006). Ook hangt dit af van de ernst en type ingrijpende gebeurtenissen die kinderen meemaken, waarbij te onderscheiden zijn de kortdurende gebeurtenissen (type I) versus herhaalde blootstelling aan gebeurtenissen (type II), natuurrampen versus interpersoonlijke gebeurtenissen, en intrafamiliaal versus extrafamiliaal geweld. Multipele, vroege en voortdurende ervaringen van mishandeling, misbruik en verwaarlozing door ouders en andere verzorgers vormen pathogene stressoren voor de ontwikkeling van een scala aan psychiatrische stoornissen, een verstoorde persoonlijkheidsontwikkeling op basis van een onveilige gehechtheidsrelatie, en lichamelijke gezondheidsproblemen op de korte en lange termijn. Bovendien verhogen ze het risico op revictimisatie (NCTSN, 2003). De term ‘Complex Trauma’ verwijst naar de range van klinische symptomatologie in de lifespan die hiermee samenhangt. De diagnostiek van psychische problematiek in haar context bij kinderen en jeugdigen met complex trauma valt buiten het protocol ontwikkeld door Beer e.a. (2007). Hiervoor is een diagnostisch traject ontwikkeld door de expertgroep Complex Trauma. Hierin wordt de meest wenselijke wijze beschreven waarop de instroom en diagnostiek, indicatiestelling en evaluatiediagnostiek (effectmeting) plaats moeten vinden bij kinderen en jongeren met complexe psychiatrische problematiek ten gevolge van Chronische Traumatisering. Een stramien voor het interview met het kind dat slachtoffer is van gezinsgeweld is nog niet opgenomen. De expertgroep Trauma en Kindermishandeling rekent het tot haar taak om hiervoor een richtlijn te gaan opstellen. In deze tekst van de expertgroep Trauma en Kindermishandeling worden verschillende aspecten besproken rond classificatie, screening en diagnostisch onderzoek. Begonnen wordt met een bespreking van de klinische manifestatie. Hierna volgt een bespreking van aanbevolen instrumenten voor screening van traumaklachten. Vervolgens wordt de klinische diagnostiek besproken. Voor het tot stand komen van dit protocol is gebruik gemaakt van literatuurstudie, overleg met collega’s binnen de Bascule, binnen Nederland (1) en in het buitenland (2). [1] Medewerkers van de overige specialistische traumacentra in ons land voor kind en jeugd: Haarlem, Leiden en Utrecht [2] Judith Cohen, Benjamin Saunders TagsDiagnose