Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Met welke instrumenten kun je een angststoornis vaststellen?

Behandelaren kunnen bij het onderzoek naar angststoornissen gebruikmaken van een aantal instrumenten. Zij gebruiken meestal niet alle instrumenten, maar maken een keuze uit de volgende vragenlijsten.

  • MASC: Dit staat voor de Multidimensional Anxiety Scale for Children. Het is een vragenlijst die bestaat uit 39 vragen, bedoeld voor de screeningsfase. Naast een totale angstscore geeft de lijst een indicatie of aanvullend diagnostisch onderzoek gewenst is. Extra onderzoek zou gewenst zijn indien het kind voldoet aan de criteria voor een angststoornis. In de lijst zijn vier categorieën te onderscheiden: factoren die betrekking hebben op lichamelijke verschijnselen, op sociale angst, op separatieangst en op het vermijden van risico’s.
  • SCAS (Kinderversie): De afkorting betekent Spence Children’s Anxiety Scale. Dr. Susan Spence is de onderzoeker die de lijst heeft gemaakt. Het is een vragenlijst voor screening van kinderen van circa acht tot achttien jaar die ze zelf moeten invullen. De lijst bestaat uit 44 punten die gescoord worden op een schaal van nul tot en met drie. Behalve een totaalscore geeft de lijst een uitslag op de onderdelen: paniek en pleinvrees, separatieangst, sociale fobie, gegeneraliseerde angst, dwang en angst voor lichamelijke verwonding.
  • SCARED-R: De Screen for Child Anxiety Related Emotional Disordersis een vragenlijst voor screening die kinderen van circa acht tot achttien jaar zelf moeten invullen. Deze lijst bestaat uit 66 items die zich richten op aanwijzingen van de gegeneraliseerde angststoornis, separatieangststoornis, paniekstoornis, sociale fobie en schoolfobie bij kinderen en jeugdigen.
  • ADIS-C, voluit: Anxiety Disorders Interview Schedule (kinderversie voor screening en klinische diagnostiek). Aan de hand van een groot aantal vooraf geformuleerde vragen wordt bij het kind en de ouders een interview afgenomen door de behandelaar/onderzoeker. Er zijn hoofdstukken over alle angststoornissen, inclusief dwangstoornissen en posttraumatische stressstoornis. Daarnaast wordt er uitvoerig aandacht besteed aan schoolweigering. Het interview kan ongeveer drie kwartier tot een uur in beslag nemen.
  • CASI, ofwel de Childhood Anxiety Sensitivity Index. Deze vragenlijst met achttien onderdelen is bedoeld voor de klinische diagnostiek en meet de neiging om gemakkelijk angstiger te worden.
  • SPA-I: De Social Phobia and Anxiety Inventory for Children is een vragenlijst van 26 items die kan worden afgenomen wanneer men bij een kind een sociale fobie vermoedt. Bij een score die wijst in de richting van een sociale fobie wordt tijdens een klinisch interview verder onderzocht. De lijst richt zich op de somatische, cognitieve en gedragsaspecten van sociale fobie.
  • PSWQ-C: De Penn State Worry Questionnaire for Children is een lijst met veertien vragen die zich richt op de neiging tot piekeren, wat als een van de hoofdkenmerken van de gegeneraliseerde angststoornis wordt gezien. De lijst is kort en snel af te nemen.
  • Assessment van schoolweigering. Voor het onderzoek naar schoolweigering is een apart instrument ontwikkeld: een Nederlandse bewerking van de School Refusal Assessment Scale-Revised.
  • VAK: De Vragenlijst bij Angst voor Kinderen is ontwikkeld voor het kwantificeren van angst bij kinderen van zes tot twaalf jaar, waarbij op gestandaardiseerde wijze een indruk kan worden verkregen van de mate waarin een kind angst ervaart voor bepaalde situaties en objecten. De lijst kan mondeling of schriftelijk, individueel of groepsgewijs toegepast worden. Duur: twintig minuten.

In het onderwijs worden zogenoemde ‘screeningslijsten’ gebruikt als hulpmiddel om problemen te signaleren (niet voor diagnose). Veelgebruikte lijsten zijn:

  • De ASEBA-lijsten. ASEBA staat voor Achenbach System of Empirically Based Assessment en omvat een verzameling vragenlijsten, interviews en observatielijsten voor het signaleren van emotionele en gedragsproblemen. Deze lijsten kunnen door ouders of verzorgers en leerkrachten ingevuld worden over kinderen en jeugdigen van anderhalf tot en met achttien jaar. Voor jeugdigen vanaf elf jaar is er ook een vragenlijst beschikbaar om zelf in te vullen. Voorbeelden van ASEBA-lijsten: de YSR (Youth Self Report) voor elf tot achttien jaar, de gedragsvragenlijst CBCL (Child Behaviour Checklist) en de TRF (Teacher’s Report Form), beide voor anderhalf- tot vijfjarigen.
  • De Sociaal Emotionele Vragenlijst, SEV, voor kinderen van vier tot achttien jaar – in te vullen door een ouder of leerkracht en te interpreteren door een psychodiagnostische professional.